My Travel Diary #21: Dambulla en Sigirya

Zoals je in de vorige update hebt kunnen lezen is de eerste anderhalve week van onze reis door Sri Lanka een klein beetje in het water gevallen. Letterlijk! Ondanks dat we ons prima hebben vermaakt in een paar super fijne accommodaties heeft het in de tijd dat we daar waren zo ontzettend veel geregend, dat het op den duur echt niet meer grappig was. We zijn nu wel toe aan een beetje zon of op z’n minst een droge dag. 

Vanuit Elkaduwa (Knuckles Range) nemen we de lokale bus naar Dambulla. Het is de eerste keer dat we met de bus reizen en het valt ons reuze mee. De bussen zijn lang niet zo vol als in Nepal, het kost werkelijk geen drol (€0,65 p.p) en het gaat verrassend snel.

Wanneer we in Dambulla arriveren en de bus uitstappen begint het keihard te regenen. Waarom?! We springen snel in een tuktuk en wanneer we bij het hotel arriveren klaart het gelukkig al weer op. Het was gelukkig niet meer dan een kort, lokaal buitje. Het hotel, Diyabubula  is er weer één om over naar huis te schrijven. Het is een prachtig, kleinschalig resort, omringt met alleen maar groen. De stijlvolle houten bungalows op palen zijn gewoon perfect. De kamer is super comfortabel en heel mooi ingericht. Vanuit ons bed zien we de hoe de apen door de toppen van de bomen slingeren. Zo leuk!

Normaal gesproken komen wij na een paar maanden doorgebracht te hebben in Azië altijd strakker en slanker terug dan voor vertrek. Dat komt mede doordat we op reis veel meer lopen en gezonder en regelmatiger eten. In Sri Lanka is het voor ons net iets anders. De keuken is hier ontzettend lekker, maar het probleem is….wanneer je curry met roti of rijst besteld je nooit maar 1 soort curry krijgt. Nee, je krijgt minstens 3 verschillende soorten met daarbij een bakje overheerlijke kokos sambal. Na 2 weken reizen merken we al dat onze broeken strakker zijn gaan zitten en dat de kilo’s die we in Nepal kwijt zijn geraakt er al weer dubbel en dwars aanzitten. 

We spreken af dat we echt op ons eetpatroon moeten gaan letten, maar dat zal bij Diyabubula nog niet gaan lukken, want hier verblijven we fullboard, oftewel een kamer inclusief ontbijt, lunch en diner. En dat eten is me een partij lekker, echt niet normaal!  ‘s Ochtends krijgen we een combinatie van een westers (toast, ei en fruit) en een Sri Lankaans ontbijt (curry met roti en stringhoppers, een soort noedels) Tussen de middag eten we ons tonnetje rond aan 8 verschillende curries en ‘s avonds genieten we van een 5 gangen diner. Als je ooit op zoek bent naar het beste culinaire hotel van Sri Lanka, dan moet je absoluut hier zijn. 

Het hoogtepunt van Dambulla zijn de beroemde rotstempels. Deze eeuwenoude tempels liggen hoog op een berg en hebben prachtige muurschilderingen en vele oude boeddhabeelden. Het is een heilige plek en absoluut een must visit wanneer je Sri Lanka bezoekt. Wij vinden de tempels nog veel mooier en indrukwekkender dan op voorhand verwacht. 

Vanuit Dambulla reizen wij door naar Sigiriya. Het hoogtepunt hier is de beroemde Sigiriya Rock, zowel letterlijk als figuurlijk. Zodra we het dorp in rijden torent de gigantische rots uit boven de prachtige omgeving en ook vanuit ons hotel hebben we een geweldig uitzicht op deze bijzondere plek. Sigiriya Rock, ook wel Lion’s Rock genoemd  is een archeologische plek, gebouwd tussen 477 en 495. Het bijzondere is dat deze plek zich bovenop een 495 meter hoge rots bevind. Het is bijna niet voor te stellen hoe ze dit duizenden jaren geleden hebben kunnen maken. 

We twijfelen even of we de Sigiriya Rock weer moeten bezoeken of dat we alleen een bezoek gaan brengen aan de Pidurangala rock, een andere rots van waar je een fantastisch uitzicht blijkt te hebben op Lion’s Rock. Weer zeg ik, omdat we Sri Lanka in 2009 al eens bezochten, inclusief een bezoek aan Lion’s Rock. Na wat onderzoek komen we erachter dat het nu 10x zo druk is (files op de trap) en een stuk duurder ($30 p.p!!), daarom besluiten we het over te slaan en alleen te genieten van alle mooie uitzichten op de rots. 

Om de Pidurangala rots te beklimmen moeten we alleen nog even wachten op het juiste moment. Het weer is nog steeds niet denderend en we hebben geen zin in uitzichten met alleen maar donkere wolken en regen. Wanneer we op dag 2 rond een uur of 16.00u een drankje nuttigen in een leuk cafeetje trekken uit het niets alle wolken weg en verschijnt er een helder blauwe hemel. We bedenken ons geen seconde, springen in een tuk tuk en binnen 45 minuten staan we bovenop de rots. Het uitzicht is in het echt nog veel mooier dan op alle foto’s die we hebben gezien. Deze plek wordt zeker niet voor niks één van de allermooiste uitzichten van Sri Lanka genoemd. 

Op dag 3 gaan we op safari. In de omgeving van Sigirya bevinden zich een aantal nationale parken die uitstekend zijn om olifanten in het wild te spotten. Je moet alleen van te voren even uitzoeken waar de olifanten zich op dat moment bevinden, want ze bewegen zich tussen de 3 parken in, waar ze telkens een aantal maanden per park verblijven. Wij zitten net in de overgangsfase en het is niet helemaal duidelijk waar we moeten zijn. Uiiteindelijk krijgen we net voor vertrek te horen dat de dieren zich verplaatst hebben vanuit Kaudulla naar het Hurulu Eco Park.

De safari is leuk, maar ook een klein beetje frustrerend. We zien ontzettend veel olifanten, maar de chauffeurs en gidsen gaan er niet altijd even verantwoord mee om, zeker niet in het begin van de safari.  De eerste groep olifanten die we tegen komen wordt als het ware omsingeld door de auto’s en veel jeeps komen naar onze zin echt veel te dicht bij de dieren. Op deze manier hebben wij er weinig zin in, maar gelukkig begrijpt onze chauffeur ons en neemt hij afstand van de dieren en de vele idioten. Het tweede gedeelte van de safari verloopt gelukkig een stuk beter. 

Na 3 dagen verlaten we Sigiriya en reizen we door naar het schiereiland Kalpitiya. Daarover later meer.

Klik hier voor alle artikelen over Sri Lanka